door juf Amber
In de onderbouw wordt
themagericht gewerkt. Dit houdt in dat er een langere periode, gemiddeld zo’n
zes weken, een bepaald thema centraal staat in de groep. Alle activiteiten die
worden aangeboden sluiten aan op dit thema. We werken thematisch om het
lesaanbod prikkelend te houden en te laten aansluiten op de belevingswereld van
de kinderen. Hierdoor vergroten we de intrinsieke motivatie en is de leerstof betekenisvol.
In het verleden werden de
thema’s voornamelijk voorbereid door de leerkrachten. Zij bedachten een leuke
themahoek en bereidden voor wat er allemaal aangeboden ging worden. Maar het is
natuurlijk veel leuker en leerzamer om dit uit de kinderen zelf te laten komen!
Dit vergroot het eigenaarschap van de kinderen, iets wat we in het
montessorionderwijs hoog in het vaandel hebben staan. Vorig schooljaar zijn we
daarom gestart met het eigenaarschap van een thema bij de kinderen te leggen.
Dit doen we onder andere middels een opstartweek. Voor aanvang van een thema
wordt er in deze week door de kinderen bedacht wat zij willen leren, maar
bijvoorbeeld ook hoe de themahoek eruit moet zien.
Maar hoe ziet dit er in
de praktijk nu uit?
We starten een thema met
een enthousiasmerende introductie. Bij het thema ‘ridders en kastelen’ was dit
een schatkist vol materialen uit de riddertijd. De kinderen mochten aan de hand
van deze materialen raden waar het nieuwe thema over ging. Een introductie kan
ook middels een verhaal of toneelstukje. Zolang het maar prikkelend is!
Vervolgens brengen we in
kaart wat de kinderen al over een thema weten. Dit wordt opgeschreven op een
groot blad. Een mindmap op kleuterniveau. Dit is belangrijk om te doen, omdat
zo zichtbaar wordt wat de voorkennis van de kinderen is over het thema.
Dan begint het opstellen
van leervragen. Nu bekend is wat de kinderen al over een thema weten, mogen ze
gaan bedenken wat ze nog willen leren. Dit kan een lastige stap zijn voor
sommige kleuters. De leerkracht kan bij het opstellen van de leervragen een
helpende rol spelen door bijvoorbeeld eerst ‘modelen’. Dat betekent ‘hardop
denkend voordoen’. Ze vraagt zich bijvoorbeeld hardop af hoe een ophaalbrug van
een kasteel nu precies werkt. Deze vraag schrijft ze vervolgens op. De kinderen
komen daarna al snel met hun eigen vragen en verwondering. Deze vragen worden
allemaal opgeschreven en vormen de basis van het thema.
Tot slot gaat het thema
dan echt van start. De themahoek wordt door de kinderen opgebouwd en er komen
leuke en leerzame materialen op de themakast. Gedurende het thema gaan de
kinderen hun leervragen onderzoeken. Dit gebeurt tijdens de kring, maar ook in
de werklessen. Het komt vaak voor dat de beantwoording van de een leervraag
weer leidt tot een nieuwe vraag. Zo blijven de kinderen het hele thema lang
uitgedaagd! Sommige leervragen worden klassikaal besproken. Andere vragen
worden onderzocht door kleine groepjes kinderen of een individu. Zij kunnen
weer aan de klas terugkoppelen wat het antwoord op een vraag was.
Op deze wijze maken we
onze thema’s leuk, leerzaam en vooral betekenisvol voor de kinderen!