Het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling

door Lisanne Blaak, adjucnt-directeur

In de basisschoolperiode ontwikkelt een kind zich tot een sociaal wezen dat op een fijne manier met zichzelf en anderen om kan gaan. De sociaal-emotionele ontwikkeling gaat over zaken als bewustwording en ontwikkeling van een positief zelfbeeld. Kinderen doorlopen fases in de ontwikkeling van het aangaan van relaties, het leren verplaatsen in en omgaan met anderen. Ze ontwikkelen zich in conflicthantering, het reflecteren op eigen gedrag, het maken van eigen keuzes, het vergroten van zelfvertrouwen en persoonlijke weerbaarheid binnen de groep (slo.nl). 

Op De Kleine Prins vinden we de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen heel belangrijk. We besteden hier aandacht aan door onder andere lessen te geven uit de methodiek KiVa. Doel van KiVa is om de groep sterker te maken en daarmee pesten te voorkomen, waardoor ieder kind zich fijn voelt. 

Naast het geven van lessen ter bevordering van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen zijn we als school verplicht om een observatiesysteem te gebruiken om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen. 

Voor de groepen 1 en 2 gebruiken we hier het observatiesysteem BOSOS voor. Daarin wordt (naast de leerdoelen) de sociaal-emotionele ontwikkeling bijgehouden. De leerkrachten vullen een aantal keer per jaar een observatielijst in over de sociaal-emotionele ontwikkeling. Als kinderen daarop uitvallen of daarin opvallen, wordt de vragenlijst van Zien! ingevuld. Zien! is ook een observatielijst, maar dan speciaal voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. 

De kinderen van groep 3 t/m 8 vullen zelf twee keer per schooljaar een vragenlijst in, dat is de KiVa-monitor. Aan de hand van de uitslagen van de vragenlijst worden sociogrammen van de groep gemaakt waarin onderlinge relaties tussen kinderen zichtbaar worden. Alle kinderen vullen digitaal een vragenlijst in over de andere kinderen in hun groep, bijvoorbeeld: ‘Wie zijn je vriendjes?’, ‘Welke kinderen helpen je wel eens?’, ‘Word je wel eens geplaagd?’, enzovoort.
Aan de hand van de resultaten kunnen de leerkrachten hun handelen aanpassen door bijvoorbeeld in een periode extra KiVa-lessen te geven om de sfeer in de klas te verbeteren. 

Sinds dit jaar maken we gebruik van de IEP als leerlingvolgsysteem. De IEP heeft naast het toetsen van de vakken rekenen en taal ook een toetsing voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanaf dit schooljaar vervalt daarmee de Zien! lijst voor groep 3 t/m 8 en gaan we over op de combinatie KiVa en IEP.

Alle resultaten van zowel BOSOS als de KiVa-monitor als IEP worden door de groepsleerkrachten bekeken en vervolgens besproken met de intern begeleider. Dat kan zijn op groepsniveau of op kindniveau. Het kan zijn dat er dan acties uitkomen voor in de klas. Vaak komt er (gelukkig) uit wat we in de klas al zien.

Media
  • unnamed