door juf Sanneke
Liggen de menselijke capaciteiten vast, of
kunnen ze ontwikkelen? Deze vraag is al eeuwen oud en deskundigen zijn het er
inmiddels over eens dat het een wisselwerking is tussen nature (aanleg) en
nurture (opvoeding)
Carol Dweck heeft onderzoek gedaan naar mindsets en heeft hier een
prettig boek over geschreven. Er bestaan twee verschillende mindsets: de
fixed/statische mindset en de growth/groei mindset.
Iemand met een fixed mindset gaat ervan uit
dat intelligentie vast staat. Dit zorgt ervoor dat deze persoon slim over wil
komen, vermijdt uitdagingen (want dan kun je fouten maken) en hij zoekt steeds
bevestiging van zijn intelligentie, persoonlijkheid of karakter. De grootste
angst is om te falen, dom overkomen, afgewezen worden en een verliezer voelen.
Hij geeft gauw op bij belemmeringen, en inspanning is zinloos. Het resultaat
van deze mindset is dat je niet echt ontwikkelt en dus minder bereikt dan
mogelijk is.
Iemand met een growth mindset gaat er vanuit dat je jouw
basiskwaliteiten kunt ontwikkelen door er moeite voor te doen. Intelligentie is
te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat hij graag wil leren. Denkt hij dat hij een
Einstein kan worden? Nee, maar hij gelooft wel dat je altijd meer kan leren en
dat het niet te voorspellen is wat hij kan bereiken door jarenlang werken en
oefenen. Dit geloof dat kwaliteiten ontwikkeld kunnen worden kan een liefde tot
leren geven. Iemand met een growth mindset is blij met uitdagingen en geeft
niet op bij tegenslag. Inspanning is de weg tot meesterschap.
Dit klinkt natuurlijk prachtig en je wenst ieder kind deze growth
mindset toe. Maar kinderen moeten deze mindset wel aangeleerd krijgen. Dit
leren ze door te kijken naar de volwassenen om hen heen, hebben zij ook een
growth mindset dan nemen zij deze over.
Op school gaan we hier ook bewust mee aan de slag. We geven de kinderen het
vertrouwen dat ze de doelen gaan bereiken. We wijzen ze erop als ze denken een
fixed mindset en praten erover hoe we dit om kunnen buigen. We vieren successen
die we behalen door hard te werken.
Het is daarnaast belangrijk dat de kinderen eerlijke en nuttige feedback
krijgen. Dus niet: “Geweldig, je topo is perfect, je moet hier wel heel goed in
zijn”. Maar: “Geweldig, je topo is perfect, je hebt er hard voor geleerd om dit
doel te bereiken”. En niet: “Deze tekening is niet volgens de opdracht, jij
bent geen tekentalent” maar “De tekening is nog niet af volgens de opdracht,
laten we eens goed kijken naar de opdracht, wat ben je nog vergeten, wat kan je
nog aanpassen”.
Kinderen met een fixed mindset kunnen niet omgaan met kritische feedback,
kinderen met een growth mindset gaan er mee aan de slag en zullen hun werk
verbeteren.
Tenslotte schrijft Carol Dweck in haar boek:
Sommige opvoeders denken dat ze
hun kind zelfvertrouwen kunnen geven door hun verstand en talent te prijzen.
Helaas heeft dat het tegenovergestelde effect, want kinderen gaan aan zichzelf
twijfelen als iets moeilijk is of fout gaat. Opvoeders kunnen hun kind beter
leren om te houden van uitdagingen, nieuwsgierig te zijn naar fouten, te
genieten van inspanning en te blijven leren. Dan zijn ze onafhankelijk van
beloningen en kunnen ze hun eigen zelfvertrouwen versterken en herstellen.
Wij gaan op school aan de slag met de mindset van onszelf en uw
kind, doet u met ons mee?