NT2-onderwijs, wat is dat?

 door juf Sandra

De term NT2 is de afkorting van ‘Nederlands als tweede taal’. Het NT2-onderwijs is bedoeld voor de kinderen die een andere moedertaal hebben. Vaak wordt bij deze kinderen thuis te weinig Nederlands gesproken waardoor ze al op jonge leeftijd een taalachterstand oplopen.


Het grootste knelpunt voor NT2-leerlingen in het onderwijs is dan ook de geringe woordenschat in het Nederlands. Woorden zijn nu eenmaal de dragers van betekenissen en nemen dus een cruciale positie in bij de kennisoverdracht in het onderwijs. Instructie en teksten worden niet begrepen, en opdrachten en oefeningen kunnen niet gemaakt worden als een kind een te geringe woordenschat heeft. Het is daarom van het grootste belang dat deze kinderen extra woordenschatonderwijs krijgen.


Onder het kopje ‘Slim organiseren’ hebben wij op De Kleine Prins dan ook besloten ons hierop te richten. Daarom hebben we op de dinsdag en op de donderdagochtend ons onderwijs in de onderbouw zó ingericht dat er één leerkracht vrij is om de NT2-leerlingen extra woordenschat aan te bieden.

Iedere week krijgen deze kinderen een aantal nieuwe woorden aangeboden via de methodiek van Marianne Verhallen (‘Met woorden in de weer’). De kinderen krijgen daarbij een cluster van woorden aangeboden binnen een bepaalde context. Deze worden binnen de aanbieding minimaal zeven keer herhaald met de betekenis erbij. Vervolgens worden deze woorden met plaatjes erbij in een zogenaamd ‘beeldweb’ zichtbaar in elke klas op een ‘woordmuur’ gehangen. De groepsleerkrachten gebruiken gedurende de hele week deze woorden zoveel mogelijk
  binnen de klassenroutines zodat ook de overige leerlingen hier profijt van kunnen hebben. Ook vindt, in enkele gevallen, extra inoefening plaats met behulp van de klassen/onderwijsassistenten.


De komende tijd zal uit gaan wijzen wat de opbrengst zal zijn voor onze leerlingen. Wat we tot nu toe al gemerkt hebben, is dat de kinderen de woorden van de woordmuur vaker en sneller gebruiken. We horen de woorden terug binnen gesprekjes tussen de kinderen, tijdens het spelen en tijdens interactie tussen kind en leerkracht. Wij denken dat we hiermee op de goede weg zijn.