Kinderen moesten vroeger dus eerst goed kunnen lezen voordat ze schrijflessen kregen. Goed leren schrijven in een mooi handschrift, was namelijk geen kattenpis. Schrijven was een ware kunst en je had dan ook schrijfkunstenaars die de mooiste krullen en de meest fraaie versieringen in één haal van de ganzenpen konden neerzetten.
Het waren virtuozen in het kunstzinnig schrijven. Wat dacht je van het Onze Vader, de tekst uit de Bijbel, die zo klein door hen geschreven werd dat hij met gemak op een postzegel zou passen.
Dure schrijflessen
En als het dan zo ver was, tja, dan waren het de uiteindelijk de ouders die beslisten of hun kind zou gaan schrijven of niet. Het schoolgeld werd door de schrijflessen anderhalf keer zo hoog. Plus bijkomende kosten voor het versnijden van pennen en voor papier. Als een kind op die ‘schrijfleeftijd’ (8 a 9 jaar) voor ouders een waardevolle kracht kon zijn in hun bedrijf, dan was de keuze vaak snel gemaakt. ‘Beter werken, dan leren schrijven’, zeiden ze, en haalden het kind van school.
Op 17e-eeuwse en 18e-eeuwse afbeeldingen van scholen uit die tijd, zien we veel kinderen op bankjes zitten, lezend in een boek. Kinderen die staand of zittend aan een tafel in een klaslokaal aan het schrijven waren, zie je bijna niet op die voorstellingen. Uit verslagen van schoolopzieners uit het begin van de 19e-eeuw, komen we te weten dat schrijflessen op de scholen geen regelmatige gewoonte was. Door de keuze van ouders had je mensen die wel een beetje tot lezen in staat waren, maar niet konden schrijven. In veel dorpen was zo’n 40% van de inwoners niet in staat tot het zetten van een handtekening.
Slaan
En dan nog iets over straf in de klas. Want o wee, wat was het streng. Je kan het je nu niet meer voorstellen maar lijfstraffen waren aan de orde van de dag. Zo ook op de scholen. Men vond het normaal om kinderen die de orde verstoorden, op die manier te straffen. Ze kregen bijvoorbeeld met de plak een flinke tik op de handen. Dat deed enorm pijn en pas in de 19e eeuw werd dat strafwerktuig afgeschaft. Er waren wijze lessen van schoolmeester Dirck Adraensz. Valcooch, waarvan in 1597 een boek uitkwam getiteld ‘Regel der Duytsche Schoolmeesters’. Daarin adviseerde hij de schoolmeester, als het om straffen ging, zich toch vooral te beheersen. Hij vond dan wel dat ouders in de school niets te zeggen hadden en de meester dus gewoon mocht straffen naar eigen inzicht maar hij waarschuwt zijn collega’s dat ze niet zo ver moeten gaan dat het kind gaat bloeden, dat het iets breekt of dat het kind bewusteloos raakt door te harde klappen. Dus maathouden in het slaan en geselen, was het devies.
Arme kinderen.