13. Nieuwe spelling

In het vorige hoofdstuk hadden we het over nieuwigheden zoals het schoolbord en een ander onderwijssysteem. En dat alles werd gecontroleerd door inspecteurs, die ruim hun bijdragen leverden om de schoolmeesters te helpen zich het systeem eigen te maken.

Zo’n inspecteur nam soms de moeite om wel een uur lang leerlingen te helpen bij het begrijpen van de tekst. De kinderen vonden het prachtig. Het was zoveel leuker om zo les te krijgen! Uit nieuwe leesboekjes met leuke zinnetjes die je op verschillende manieren kon interpreteren. Zo waren er meer uitdagingen voor de kinderen en hadden ze dus meer plezier in het lezen.

‘Boomen koopen’
Die nieuwe leesboekjes, die waren er al een tijdje. Ze werden uitgegeven vanaf de start van de in 1784 opgerichte Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Maar de boekjes werden pas verplicht bij de invoering van de nieuwe onderwijswet.

Nu zou je zeggen dat het uiterlijk van de letters dan ook wel eenvoudiger zou zijn. Maar nee, het was blijkbaar niet mogelijk om het gotische schrift (het lettertype van de Bijbel) direct vaarwel te zeggen en wel omdat de ouders daarop tegen waren (!)

In 1804 was voor het hele land dezelfde spelling ingevoerd, namelijk de spelling van Matthijs Siegenbeek. Zowel onderwijzers als leerlingen moesten deze spelling zien te beheersen. Dat viel nog niet mee. Tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw bleven onderwijzers en kinderen worstelen met zinnen als ‘Ik wil boomen koopen, koolen koken, kolen uitdooven, steenen op hoopen zetten, op een goede tijding hopen.’ Ga er maar aanstaan!

Viezevazerijen
Maar toch was deze eenheid der spelling een belangrijke verbetering. Iedereen wist waar hij aan toe was en in de klas kon de spelling geoefend worden door dictees. Om je nog een idee te geven van welke vreemdsoortige woorden de kinderen moesten leren: guichelspeelderessen, afgodenpriesterschaar, viezevazerijen en vogelwichelarijkunde. Ik kan hier helaas niet de betekenis geven, ik zou namelijk niet weten wat het betekent. Het zijn woorden die te vinden waren in de in 1787 uitgegeven ‘Trap der Jeugd’, dat raadgevingen en lessen bevatte. 

Ik eindig hier met een raadgeving uit Trap der Jeugd. Gezien het jaargetijde wel toepasselijk.

‘De vrije lucht is gezond; ga ‘er dikwijls
In, zelfs als er ijs en sneeuw ligt, dit
Maakt ons sterk en gezond!

Foto: Pagina uit het Trap der Jeugd lesboek.